Een kind dat overdag zindelijk is zal meestal wat later ook ’s nachts droog blijven. Sommige kinderen moeten nog een tijdje ’s nachts een keer opgenomen worden om hen een plas te laten doen. Het wordt pas als een probleem ervaren als kinderen, die overdag gewoon zindelijk zijn, na de kleuterleeftijd nog geregeld in bed plassen. Bedplassen is een merkwaardig verschijnsel. Voor een zuigeling en kinderen tot een jaar of drie is het normaal, voor een vijfjarige is het vervelend en op oudere leeftijd kan het een obsessie worden voor het kind zelf en voor het hele gezin. In de puberteit verdwijnt het vaak spontaan, hoewel er ook volwassenen zijn die nog in bed plassen. Ruim 15 % van alle zesjarigen en 5 % van de tienjarigen zijn ’s nachts nog niet droog. Voor de leeftijdsgroep tussen de vijftien en de achttien jaar is dat naar schatting 1,5 %. Het is niet precies bekend hoeveel volwassenen met dit probleem worstelen, omdat het onderwerp op deze leeftijd taboe is. Boven de 50 jaar wordt weer een lichte toename van het bedplassen gezien. Bedplassen komt bij jongens twee keer zo veel voor als bij meisjes, een duidelijke reden daarvoor is onbekend.
Een kind dat na de kleuterleeftijd tijdens slaap zonder opzet soms meerdere malen per nacht in bed plast noemen we een bedplasser (het fenomeen heet enuresis vroegere noemde we het enuresis nocturna). Het plasproces verloopt volkomen normaal: Het kind doet al dan niet een complete plas in bed. In Nederland geldt de norm van twee keer per maand in bed plassen bij kinderen van vijf en zes jaar en tenminste een keer per maand bij oudere kinderen. We spreken van bedplassen (enuresis nocturna) wanneer er geen lichamelijke stoornis aanwezig is zoals diabetes, urineweginfecties of epilepsie.
Ook maken we onderscheid tussen kinderen die ’s nachts nooit droog geweest zijn (primair bedplassen) en kinderen die al helemaal zindelijk waren maar die opnieuw in bed zijn gaan plassen (secundair bedplassen). Bij meer dan de helft van de kinderen komt bedplassen in de familie voor. Hun ouders zullen daardoor meer begrip tonen omdat ze het zelf hebben meegemaakt.
Het lijkt er soms op dat kinderen in bed plassen om aandacht te trekken, maar dat is zelden de reden. De meeste kinderen vinden het zelfs heel vervelend dat hun dit overkomt, zonder dat ze er iets aan kunnen doen. Ouders denken nog wel eens dat kinderen in bed plassen om te pesten. In de praktijk komt dat echter weinig voor. Bedplassen is een onbewust proces en voor een kind een te ingewikkelde manier om ongenoegen te uiten of om aandacht te trekken. Bovendien schaamt vrijwel ieder kind zich voor bedplassen. Een kind dat aandacht wil trekken of boos is zal bijvoorbeeld eerder klagen over buikpijn of niet willen eten.
Sommige vooral oudere kinderen gedragen zich onverschillig. Vaak is het zo dat kinderen geen raad weten met dit probleem en het om deze reden ontlopen. Ze ontwikkelen dan een ontwijkhouding als oplossing voor hun probleem onder het motto “als ik doe alsof het niet bestaat, is het er ook niet”. Voor ouders is die ontwijkhouding met betrekking tot het bedplassen moeilijk te begrijpen en zullen zij steeds weer proberen het probleem samen hun kind op te lossen. Als dat niet lukt zal het kind bij iedere mislukte poging een toenemend gevoel van falen ervaren, waardoor zijn ontwijk houding sterker wordt.
Er zijn verschillende factoren die het bedplassen in de hand kunnen werken:
Het is belangrijk dat u het probleem bedplassen besproken heeft met uw huisarts, kinderarts of GGD-arts. Hij of zij zal kunnen beoordelen in hoeverre hier sprake is van een mono symptomatisch bedplasprobleem. Dat wil zeggen; een geïsoleerd bedplasprobleem zonder klachten van urineverlies overdag of problemen aan de blaas en of urinewegen. Wanneer gebleken is dat het plaspatroon overdag volledig normaal is en er verder geen medische oorzaken aan ten grondslag liggen, kan een behandeling worden gestart. Er zijn verschillende behandelingen, die onderling erg afhankelijk zijn van de leeftijd van het kind en van de ervaring met eerdere toegepaste methoden en vooral van het vertrouwen van ouders en kind in de gekozen weg. Een aantal behandelingsmethoden worden hier op de site vermeld. Onder de navigatieknop “therapie” vindt U verschillende trainingen.
Enuresis blijkt vaak in de familie voor te komen. In onze westerse cultuur worden getallen genoemd van 35% tot 58%, waarvan de ouder ook bedplasser is geweest. Uit een tweeling onderzoek is gebleken dat bedplassen bij eeneiige tweeling ongeveer twee keer zo vaak voorkomt bij beide helften als bij twee-eiige tweeling. In een recent onderzoek zijn bij een groep bedplassers met positieve familiebelasting sterke aanwijzingen gevonden voor een dominante overerving van bedplassen via een gen gelegen op chromosoom 13Q.
Er blijkt nauwelijks verschil in blaascapaciteit tussen kinderen met en zonder bedplassen. Het kleine verschil dat wel gevonden wordt zou een gevolg van bedplassen kunnen zijn, vaak in combinatie met de moeilijke wekbaarheid. Bij training moet hier wel rekening mee gehouden worden.
Kinderen die bedplassen onderscheiden zich in het slaappatroon niet van andere kinderen. Enuresis nocturna komt in alle fase van de slaap voor. Daarom is de theorie dat kinderen te diep slapen onjuist. Kinderen met en zonder enuresis hebben hetzelfde slaappatroon. Echter in een recent onderzoek is aangetoond dat kinderen die bedplassen een hoge wekdrempel hebben, met andere woorden; ze worden heel moeilijk wakker. Ze worden dus ook niet wakker van het signaal van een volle blaas, waardoor ze niet in staat zijn de plas ’s nachts op te houden. Als men kinderen met bedplassen dan ook nog eens extra wil laten plassen, bijvoorbeeld voor de ouders gaan slapen hoeven ze niet goed wakker gemaakt te worden. Met kinderen eenmalig op te nemen worden in een hoog percentage droge nachten bereikt.
Een kind van drie jaar is voor zindelijk worden in een leergevoelige periode, de meeste kinderen van die leeftijd zullen vanzelf ’s nachts droog blijven. Soms moeten de ouders hierbij helpen en het kind ondersteunen door het te motiveren om zonder luier te slapen en in het begin te wekken om een plas te doen. Sommige kinderen zijn “laatkomers’ en op driejarige leeftijd nog te onrijp om het zindelijkheidsproces te leren. Bij hen komt de leergevoelige periode later, bijvoorbeeld pas als ze vijf of zes jaar zijn en gaat het bedplassen vanzelf over naarmate ze ouder worden.
In normale gevallen is de productie van urine ’s nachts lager dan overdag. Bij kinderen die bedplassen kan er sprake zijn van een hogere urineproductie ’s nachts. Het gevolg is dat zij het niet redden om ’s nachts droog te blijven, meestal komt dit probleem voor in combinatie met moeilijke wekbaarheid. Voor deze oorzaak van bedplassen is een medicamenteuze therapie van bedplassen de laatste jaren sterk in de belangstelling gekomen.
Stoornissen aan nieren en urinewegen komen zelden voor bij kinderen die alleen last hebben van bedplassen en komen niet vaker voor dan bij de niet bedplassende kinderen. Wel komen regelmatig urineweginfecties voor, maar deze kunnen juist ook het gevolg zijn van het slecht legen van de blaas. Ook volle darmen (obstipatie) kan resulteren in frequent plassen overdag en ’s nachts.
Ten aanzien van psycho-sociale problemen bij kinderen met bedplassen is het moeilijk te bepalen wat primair en wat secundair is. Dat bedplassen een lastig probleem is, dat soms verregaande gevolgen kan hebben, is zeker waar, althans voor iedereen die direct of indirect met dit probleem te maken heeft. Bedplassen gaat gepaard met ongemak en kan zelfs lijden tot een verstoord gezinsleven. Hoe ouder het kind wordt, hoe groter vaak de schaamte. Door schaamtegevoel durft het kind niet uit logeren of op schoolkamp en raakt daardoor in een isolement. Gebleken is dat kinderen die lang in bedplassen dit als een zeer ernstig probleem ervaren. Ze hebben daardoor een lager zelfbeeld, worden onzeker ten opzichte van leeftijdsgenootjes. Vroeger had men de neiging te wachten totdat het kind vanzelf droog werd, maar tegenwoordig worden er andere eisen aan kinderen gesteld. Ze gaan in groep 8 op schoolkamp of al eerder naar een sport- of scoutingkamp. Het bedplassen is daardoor veel eerder al een sociale belemmering, waardoor men sneller en intensiever naar een effectieve behandeling zal gaan zoeken. Het is wel belangrijk om goed na te gaan of de problemen die het kind heeft een gevolg van bedplassen of dat er een ander oorzaak is voor de gedragsproblemen of het sociale isolement. Vooral bij secundaire enuresis is bekend dat kinderen weer zijn gaan bedplassen rondom een voor hen spannende gebeurtenis, zoals de geboorte van een broertje, zusje, sinterklaas, verjaardagen, logeerpartijen. Ook spanningen op schol, thuis, in relatie met ouders of spanningen als gevolg van bedplassen zelf kunnen eer rol spelen. Langdurige problemen in het gezin speelt bij een kwart van de bedplassers een rol of heeft in het verleden een rol gespeeld. Belangrijk is dat de basisproblemen eerst worden opgelost voordat er een therapie wordt gestart.